Een gastverhaal van Wim – trouwe reisgezel en ervaringsdeskundige op offroad gebied
Bij KGL Racing draait het niet alleen om onderdelen en prestaties, maar ook om de passie voor avontuur. En wie avontuur zegt, zegt Wim. Al jaren trekken we samen de wereld in op twee wielen. Maar kijk, nu Wim eindelijk volwassen is (dat denkt hij zelf toch) ging hij deze keer solo op pad langs de legendarische TET-route (Trans Euro Trail), dwars door Frankrijk richting de Pyreneeën en het ruige Bardenas Reales. Zijn motor? Oerdegelijk uitgerust met een reeks KGL-accessoires die de reis moeiteloos trotseerden.
Hieronder lees je het eerste deel van zijn reisverhaal – eerlijk, rauw en helemaal Wim.
Voorbereiding
Na weken sleutelen, plannen en dromen is het moment eindelijk daar. De motor staat klaar voor avontuur – niet zomaar een ritje, maar een ruige tocht dwars door Frankrijk, over de Pyreneeën en diep het woeste landschap van Bardenas Reales in.
De voorbereidingen? Die waren geen sinecure:
Verse sloefkes gescoord bij de bandenboer – grip verzekerd.
Softbags stevig vastgesnoerd, mét hitteschilden tegen kokende uitlaten.
Een offroad schermpje gemonteerd – klaar om wind en stof te trotseren.
Uren gepuzzeld met Garmin Basecamp om een mix van gravel, bergpassen en vergeten wegen te vinden.
Materiaal zorgvuldig geselecteerd: van tools tot tent, van waterfilter tot warme trui.
Alles zit erin. Alles klopt. Tijd om het asfalt achter me te laten en het onbekende tegemoet te rijden.
KOM… VOLG ME MAAR 😉🏍️🌄
Zweet, stof en Aiki-noedels
4u30. De wekker gilt en ik strompel uit bed. Sandra, de schat, is zelfs even mee opgestaan voor een knuffel en een uitwuifmoment – instant motivatie. Nog snel wat water in de tas (het is geen wellnessreis), en hop, de motor op.
Via Gembloux, Mettet en Chimay binnendoor naar Frankrijk. In Chimay even halt gehouden aan het circuit waar ze aan iets nieuws bouwen – dat moest op de foto.
Net voorbij Reims eindelijk het eerste offroadbaantje te pakken: zon, droge paden, en uitzichten om U tegen te zeggen. Reims zelf doorkruist zonder een fles champagne te kapen – zelfbeheersing is ook een deugd.
Achter Épernay nog een gravelpad meegenomen richting Cézanne, tussen velden vol klaprozen. Zelfs de Franse motards stonden er met open mond op hun TET-routes. Leuke jongens en een gezellige babbel.
Het werd 32 graden (ondanks dat ene wolkje 😃)– mijn zadel was bijna een BBQ. Tijd voor lunch: Aiki-noedels met kip in het bos. Michelinsterwaardig? Nee. Maar na 10 uur rijden: top.
Rond 18u aangekomen op Camping Le Roussil bij Limoges. Klein, gezellig en ideaal om een tent recht te zwieren. Eten, douchen, crashen. Morgen weer gravel!
Van pizza tot modderpoel: een dag vol contrasten
Vandaag de reis verdergezet vanuit de camping nabij Limoges, koers gezet richting het zonnige zuiden. Eerste stop: Bergerac, waar ik mezelf trakteerde op een overheerlijke pizza in het gezellige centrum – pure vakantie op een bord.
Na een fotomomentje tussen de wijnranken in de streek rond Bergerac, reed ik verder richting Le Mas d’Agenais. Daar dook ineens een prachtige oude brug op. Smal (2,5 m) en niet voor reuzen (2,9 m hoog), maar o zo fotogeniek.
Frankrijk trakteerde me daarna op eindeloze nationale wegen – kilometers aan een stuk rechtdoor, alsof de horizon nooit dichterbij komt.
In Orthez vond ik opnieuw een oude brug – blijkbaar is dit een bruggenreis. Fotootje: check. Daarna ontdekte ik een offroad pad… Eerst steil omhoog, toen steil omlaag over rotsblokken waar zelfs geiten zouden twijfelen. En toen… modder. Véél modder. Na een test te voet – waarbij ik bijna tot mijn knieën wegzonk – besloot ik dat heldendom overschat is. Teruggekeerd dus, met m’n eer én motor droog gehouden.
De dag afgesloten in de bergen bij Etchebar. Tent opgezet, zonsondergang bewonderd, en als kers op de taart: spek met eieren om 22.00 uur, met een flesje wijn. Beter dan eender welk restaurant.
Een nachtje onweer in de bergen
Wie dacht dat ik een vredige, rustige nacht zou hebben, had het mis. De avond was kalm begonnen, met een zachte bries en een sterrenhemel die zich langzaam boven de bergen uitstrekte. Maar in de verte broeide iets — een klein, eigenzinnig onweerswolkje dat besloot mijn slaapplaats op te zoeken.
Rond middernacht trok het onheil de berg over. Plots begon de wind op te zetten, als een onzichtbare kracht die mijn tent bij de schouders greep en stevig door elkaar schudde. Regen kletterde als hagel op het tentdoek, en de stilte van de nacht werd doorbroken door het dreunen van donder. Bliksem scheurde de hemel open, zijn flitsen verlichtten de vlakte als stroboscopen op een verlaten dansvloer.
Heel even flitste de gedachte door mijn hoofd: Zo hoog in de bergen, op een open vlakte… hoe gevaarlijk is dit eigenlijk? Kan de bliksem me raken? Kan die wind mijn tent met mij erin verplaatsen? En — niet onbelangrijk — staat de moto nog recht?
Ik bleef stil liggen, luisterend naar de razernij van de natuur. Maar langzaam trok het onweer verder, alsof het alleen even langs wilde komen om me eraan te herinneren wie hier écht de baas is.
Bij het eerste ochtendlicht kroop ik voorzichtig naar buiten. De tent? Nog stevig verankerd, geen druppel binnen. De moto? Stond nog fier rechtop, alsof ook hij de storm getrotseerd had. Alles had het doorstaan.
Tijd voor koffie. Die smaakte vanochtend net iets beter.
Dag 3 – Van donderweer tot dorre pracht: de oversteek naar Navarra
Na die nacht vol onweer in Etchebar bleef ik zo lang mogelijk op mijn luchtmatras liggen. Maar tegen zeven uur gaf ik het op. Tijd om op te staan en mezelf te trakteren op een stevig ontbijt: spek met eieren en een welverdiende tas koffie. Mijn natte tent oprollen tussen de koeienvlaaien was wat minder idyllisch, maar soit – het hoort erbij.
De afdaling bracht me door een zone waar de dieren vrij rondlopen – veel koebellen gehoord, maar geen koe te zien. En dan, plots: de Spaanse kant van de Pyreneeën. Man, man, man… wat een uitzicht. Bochtige wegen waar je “u” tegen zegt, charmante bruggetjes, en die magische momenten waarop je boven het wolkendek uitkomt. De foto’s spreken boekdelen.
Niet veel later rolde ik Navarra binnen, mijn eindbestemming voor vandaag. De Bardenas Reales liggen hier te blinken onder de zon. Onderweg doorkruiste ik nog een paar watercrossings, waaronder eentje vol dikke keien – even afstappen en strategisch gaan verleggen.
En dan: het turquoise water van het stuwmeer van Yesa. Prachtig aangelegd, indrukwekkend om te zien.
In het dorpje Yesa belandde ik bij een charmant restaurantje waar je niet zelf kiest wat je eet – je krijgt gewoon een volledig menu voor 25 euro: voorgerecht, hoofdgerecht, dessert. En wat een voltreffer. Alles was heerlijk. Gevuld en gelukkig reed ik daarna door naar de Bardenas Reales.
Snikheet – 34 graden – kurkdroog, en alleen maar gravelwegen. De Bardenas is veel groter dan je zou denken. Het doet wat denken aan een kleine versie van de Grand Canyon. Rijden mag hier maximaal 40 km/u, en de rangers houden daar een oogje op.
Vandaag reed ik er alleen nog maar door, op weg naar mijn hotel: Cercotel Tudela Bardenas. Een aanrader trouwens. Geen fan van het uitzicht op je kamer? Dan vraag je gewoon een andere. Ook een afgesloten garage voor de motor – ideaal.
Eenmaal op mijn kamer heb ik mijn natte tent uitgeplooid en laten drogen – ja, binnen, zoals het een echte avonturier betaamt. Nu eerst een verfrissende douche, wat drankjes halen, en dan op mijn gemak dit verhaaltje neerschrijven. Even ontspannen, want morgen…
morgen begint het avontuur pas echt.
Wordt vervolgd…
Wat volgt na de stoffige schoonheid van de Bardenas Reales? Nog meer offroad, nog meer zon, en vooral: nog meer avontuur. In deel 2 van Wim zijn reisverhaal trekken we verder richting het ruige binnenland van Spanje – langs verlaten bergdorpen, technische TET-secties en verrassende ontmoetingen onderweg.
🛵 “Zolang er een spoor is, is er een weg.”